dinsdag 5 mei 2015

5 minuten

Er zijn zo van die momenten.
Eerst is alles rustig.
En het volgende moment staat de boel op zijn kop.

De twee broers hangen rond in de tuin.
Ik wil op de ladder. Neen ik.
OK, doe jij maar. Ik doe iets anders.
Nee, ik wil ook wat jij doet.
Nee, die springbal is van mij.

Bal afgepakt.
Bal tegen grote broer gegooid.
Brullen. (Grote broer)
Kleine broer moet naar de gang.
Wil niet.
Gaat lopen.
Botst tegen de tafel. Schrikt. Loopt naar buiten en klimt op de ladder.
Brullen. (Grote broer)
Huilen en niet getroost willen worden. (Kleine broer)
Harder huilen. (Kleine broer heeft in zijn broek geplast.)
Nog harder huilen. Nu is de ladder vuil. (Kleine broer)

Jongens, zo kan het niet verder.
Zolang jullie geen afspraken kunnen maken, spelen we niet op de ladder.
Harder brullen. (Grote broer.)

En dat op nog geen vijf minuten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten