Lange dag

7u15: grote broer brult.
Kleine broer heeft een dode bromvlieg in zijn onderbroek gestopt.

7u45: discussie met kleine broer.
Waarom mag hij geen zelfgemaakt ijsje als ontbijt?

8u:...

Het belooft een lange dag te worden.

Moederdag bis

Kleine broer houdt niet van verrassingen.
Hij houdt er niet van om ze te krijgen.
Hij houdt er niet van om ze te geven.

Om dan voor een verlengd weekend met een verrassing thuis te komen.

Ik denk dat wij morgen Moederdag vieren.

Geduld verliezen

Kleine broer, niet voetballen.
Kom aan tafel zitten.

Kleine broer, niet voetballen.
Blijf aan tafel zitten.

Kleine broer, niet voetballen.
Ga onder de douche.

Kleine broer.

En dan is mijn geduld op.
Ik stap naar buiten.
Neem de bal.
Gooi hem over de muur.
Bij de buren.

Diagnostisch onderzoek

We maken ons zorgen om grote broer.
We melden hem aan voor een diagnostisch onderzoek.

Grote broer vraagt kleine broer hoe dat gaat.

Je moet op een been staan.
En ze doen oefeningen waarbij jij je hoofd moet aanpassen.

Dat ziet grote broer wel zitten.